Skip to main content

Auteur: NVRR secretariaat

Het secretariaat van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies.

In memoriam Watze de Boer

Op 26 maart jl. is Watze de Boer onverwachts overleden. Watze was jarenlang een zeer actief bestuurslid van meerdere rekenkamers en van de NVRR, en een bekend en zeer gewaardeerd lid binnen de vereniging.

Hij startte in 2001 als voorzitter van de Rekenkamercommissie Utrecht. Een lokale rekenkamerfunctie was toen nog niet wettelijk verplicht. Een bereidwillige raad was een begin, maar vervolgens moesten nut en noodzaak toch echt in praktijk bewezen worden. Watze vormde de rekenkamercommissie met toen nog raadsleden, om tot een volledig externe rekenkamer. Hij kon dat goed doen omdat hij het risico van een dergelijk model, het verlies aan contact met de raad, persoonlijk opving. Hij onderhield goede contacten met het bestuur en was een uitstekend netwerker: bestuurlijk correct, inhoudelijk stevig én met humor. Hij was er vooral voor de gemeenteraad, maar niet ‘van de gemeenteraad’. En alle fracties werden gelijk behandeld; groot en klein. Met zijn medewerkers verwierf hij drie maal de nationale NVRR-jaarprijs ‘de goudvink’ voor het beste onderzoeksrapport. Bij zijn afscheid in 2014 na twee succesvolle termijnen, memoreerde toenmalig burgemeester Jan van Zaanen de bijzondere wijze waarop Watze met Rekenkamer Utrecht een gezaghebbende positie had verworven. Watze zelf stapte over naar de Rekenkamer Den Haag waar hij in zijn eerste termijn tot 2019, naast goede onderzoeken, na veel discussie een uitbreiding van het budget bewerkstelligde. Ook volgde nog in 2016 een benoeming als plaatsvervangend directeur van de Rekenkamer Rotterdam.

Ondertussen was hij in 2007 ook gestart met de eerste van twee termijnen als voorzitter van de rekenkamercommissie Rijnland; de eerste rekenkamercommissie bij de waterschappen. Het goede voorbeeld deed volgen, en al snel volgde voorzitterschappen bij de waterschappen Zuiderzeeland en Rivierenland. Daar moesten sommige bestuurders wel even wennen aan het fenomeen rekenkamer. Maar zeker ook aan een Watze de Boer die met kracht van argument en een enkele vileine sneer de rapporten stevig kon presenteren. Zet vijf rekenkamerleden met Watze op een rij, en je wist gelijk wie de voorzitter was. Zijn forse postuur, zijn doorrookte stem, zijn strakke kostuums. En hij wist aan wie hij dat mede te danken had. Hij was ronduit trots op zijn medewerkers bij de rekenkamerbureau’s in Utrecht, Den Haag en bij de waterschappen.

Watze was een sterk voorstander van het delen van kennis en ervaring. Hij richtte, als voorzitter van de rekenkamercommissie Utrecht, in 2003 met Piet van Dijk (Arnhem) en ondergetekende (Rotterdam) de NVRR op. Als eerste penningmeester had hij een scherp oog voor integriteit. Bij een voorstel van derden om met hun stichting een commerciële samenwerking aan te gaan verhief hij zijn stem en beide handen onder de uitroep “Maar dat kan toch gewoon niet!”. Ook het hamsteren door consultants van vele voorzittersfuncties overal in den lande als verdienmodel, kon op zijn kritisch commentaar rekenen. Tegelijkertijd was hij makkelijk zo niet joviaal in de omgang. Goed betrekkingen onderhouden met bestuurders, ambtelijke diensten en met de collega’s binnen de NVRR ging hem prima af. Scherp zijn op de inhoud, en tegelijkertijd de relatie goed houden was zijn motto. Hij heeft met die opstelling een grote bijdrage geleverd aan de totstandkoming en uitbouw van de vereniging. Bij zijn aftreden als penningmeester kwam de benoeming tot erelid hem dan ook volkomen toe.

Ook daarna bleef hij actief in de NVRR onder andere als deelnemer aan het G4-overleg. Ook daar veel aandacht voor persoonlijke relaties. Collegiaal en met humor. Jan de Ridder herinnert zich dat bij de opening van het nieuwe kantoor van de Rekenkamer Amsterdam, Watze een grote cactus mee bracht. Dat vond hij wel passend voor een rekenkamer. Hij had ook oog voor collega’s met een kleiner budget. Gevoed vanuit zijn lange ervaring in rekenkamerland en zijn betrokkenheid bij de vereniging. “Ook de kleine rekenkamers doen hun best, net als wij”. Het moest wel netjes geregeld zijn. Er werd binnen de G4 regelmatig gesproken over het belang om binnen de eigen regio het contact te zoeken met rekenkamers. Hij gaf daar ook daadwerkelijk inhoud aan door het organiseren van – dat dan weer wel – borrels.

Ook bij de jaarvergaderingen van de NVRR was Watze bijna altijd, en dan ook prominent, aanwezig. Niet in het minst door de vereniging een enkele maal voor uitglijders te behoeden. Gezeten op de eerste rij bracht hij het bestuur met stevig doorvragen op het spoor van onjuist verwerkte subsidies en zelfs van een vervalste accountantsverklaring. Daarbij was zijn toon nooit die van een scherpslijper of betweter. Aan die beroepsdeformatie van rekenkamerleden onttrok hij zich met gemak. Hij kon er stevig ingaan, maar voor de ander was altijd duidelijk dat het hem oprecht ging om het beter functioneren van het openbaar bestuur. Niet om zijn eigen gelijk of profilering. Al kon je, aan zijn pretogen onder de geloken oogleden, wel zien dat hij genoot van het bijhorend steekspel.

Na de vergadering was hij als eerste bij de bar en als laatste vertrokken. Een borrel drinken en sterke verhalen vertellen over rekenkamersuccessen was aan hem wel besteed. We gaan stevige standpunten en zijn hartelijke lach op de bijeenkomsten van rekenkamers missen.

Robert Mul, oud-voorzitter NVRR

Stand van zaken Wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers

(15 april). De behandeling van het wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers (nr 35 298) is weer uitgesteld. Op de agenda voor de Tweede Kamer opgesteld op 9 april staat het nu in de categorie “Aangemelde onderwerpen, nog niet geagendeerd”. Dat is nog na de langetermijnagenda waarop de onderwerpen staan tot en met de week van 11 mei.

Interview met Manon Fokke, nieuwe directeur NVRR

Op 1 mei start Manon Fokke als nieuwe directeur van de NVRR. In special van de Nieuwsbrief staat een kennismakings-interview door Marcel van Dam, de interim-directeur.

Wie is Manon Fokke?

Foto: Peter van HoorenIk ben 45 jaar, woon in Maastricht, getrouwd met Angelique en trotse moeder van zonen Berend en Anne. Ik ben geboren en getogen in Twente. Na mijn middelbare school ben ik rechten gaan studeren in Maastricht en daar ben ik uiteindelijk gebleven omdat ik in Maastricht een baan bij de rechtbank vond. Bovendien is het een heerlijke stad om in te wonen. Naast mijn werk voor Rijkswaterstaat ben ik actief in de lokale politiek. Het is mooi om iets te kunnen betekenen voor de mensen in mijn eigen stad.

In mijn vrije tijd hou ik van wandelen, tuinieren en spelletjes spelen met vrienden. Sinds de zomer hebben we een stacaravan in het bos van Ommen en het is dan ook heerlijk om in het weekend uit te waaien in het bos van mijn jeugd.

Je hebt eerder onder meer bij de rechtbank gewerkt, de universiteit en was natuurlijk Kamerlid voor je bij Rijkswaterstaat aan de slag ging. Wat is de rode draad in je loopbaan, wat drijft je?

Ik denk dat ik in alle functies die ik heb vervuld uiteindelijk altijd hoop dat ik de wereld net dat beetje mooier kan maken. Ik ben sociaal betrokken. Bij de universiteit was het als griffier van de universiteitsraad mooi om te zien hoe studenten hun eerste stapjes zetten in de wereld van de politiek. Het is fijn om mensen daarbij te kunnen helpen. Super leuk was het om een paar van die studenten vele jaren later in Den Haag terug te zien omdat ze kozen voor het werken in de politiek.

Bij Rijkswaterstaat ben ik vooral aan de slag met onderwerpen waar veel verschillende overheden met elkaar samenwerken. Hoewel de belangen soms tegenstrijdig kunnen zijn, probeer ik daar toch het beste uit te halen om zo te zorgen dat we uiteindelijk gezamenlijk een mooie weg of brug kunnen afleveren.

Het wetsvoorstel Versterking decentrale rekenkamers wordt waarschijnlijk binnenkort in de 2e Kamer behandeld. Zoals je weet kijken de leden van de NVRR er nogal verschillend tegenaan. Hoe zie jij jouw rol daarin straks?

In de eerste plaats door uit te gaan wat ons allemaal bindt. We willen een sterk decentraal bestuur met checks en balances.

Daarnaast hebben we in Nederland gemeenten die nogal in omvang verschillen, en de problematiek binnen de gemeenten is niet overal hetzelfde. Het is dan ook logisch dat daarbinnen de wijze waarop vanuit de NVRR naar het wetsvoorstel wordt gekeken verschilt. Ik denk dat we die verschillen ook gewoon moeten benoemen. Je ziet dat de Tweede Kamer eenzelfde worsteling met het wetsvoorstel heeft. Het belangrijkste moet zijn om de positie van decentrale rekenkamers goed en duurzaam te verankeren. Dat is de basis van waaruit we moeten bouwen.

Sommige leden zullen er misschien de wenkbrauwen over fronsen dat je politiek actief bent. Een onafhankelijke positie en opstelling van rekenkamers en rekenkamercommissies is immers cruciaal om goed te kunnen functioneren. Komt dat niet in de knel met een directeur die politiek actief is?

Zeker niet, dat blijkt ook al jaren uit mijn werk naast de politiek. Het een bijt het ander niet. Mijn politieke ambitie gaat over Maastricht, en de keuzes die mijn partij voor Maastricht zou maken. Dat is natuurlijk heel iets anders dan waar de NVRR zich mee bezig houdt en voor staat. Bovendien gaat mijn werk altijd voor op de politiek, dus mocht er al sprake zijn van belangen die bijten, dan is het duidelijk welke keuze ik maak. Zo is dat ook altijd geweest. Toen ik bij de universiteit werkte, voerde ik bijvoorbeeld in de gemeenteraad niet het woord op studentenbeleid. Juist om rollen gescheiden te houden.

Als ik voor de lobby van de NVRR naar de Tweede Kamer gaan, dan kan ik verzekeren dat het resultaat voor de NVRR voorop staat en niet de politieke kleur van een partij.

Ik denk ook dat het daarnaast eerder fijn is om iemand als directeur te hebben die weet hoe de politieke wereld in Den Haag werkt en wellicht deuren kan openen die voor anderen gesloten blijven.

Wat gaat de NVRR en de decentrale rekenkamers en rekenkamercommissies van je merken?

Vanaf 1 mei wil ik vooral ook eerst de NVRR leren kennen, dus ik ga graag het land in om met de leden te praten over de rekenkamer en rekenkamercommissie in de desbetreffende gemeente of regio. Daarnaast zal ik verder aan de slag gaan met het professionaliseren van de organisatie en het zorgen voor zichtbaarheid van de NVRR.

De NVRR zal een kantoor krijgen binnen het gebouw van de VNG en het lijkt me ook goed om de banden met andere belangenverenigingen zoals de vereniging van raadsleden en de vereniging van griffiers en anderen aan te halen.

Daarnaast hoop ik ook vooral dat de leden van de NVRR mij weten te vinden als er iets is. De organisatie maken we immers samen.


Marcel van Dam: “Ik wens je heel veel succes in deze mooie functie”.
Manon Fokke: “Dank je wel, ik heb er heel veel zin in”!

Manon Fokke nieuwe directeur NVRR

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) heeft een nieuwe directeur. Manon Fokke neemt de functie per 1 mei a.s. over van Marcel van Dam, die de rol van directeur op interim basis heeft vervuld sinds oktober 2020.

Foto: Peter van Hooren

Manon Fokke was ruim vier jaar Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid. Tijdens haar kamerperiode was zij woordvoerder Binnenlandse Zaken en Rijksdienst. Vanuit die rol pleitte zij onder meer voor versterking van de rol van rekenkamers. Op dit moment is zij werkzaam voor Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. Naast haar werk bij Rijkswaterstaat is zij fractievoorzitter van de PvdA in Maastricht. Deze functie zal zij blijven vervullen.

De NVRR is verheugd met het aantreden van de nieuwe directeur en kijkt uit naar de samenwerking en verdere professionalisering van de NVRR. Voorzitter Jan de Ridder: ”Manon Fokke heeft veel politieke ervaring in Den Haag en een uitgebreid netwerk. Bovendien heeft ze de nodige kennis van het openbaar bestuur en ziet zij de uitdagingen waar het decentrale bestuur en de rekenkamers en rekenkamercommissies in het bijzonder voor staan.”

Manon Fokke kijkt vol enthousiasme uit naar haar nieuwe rol van directeur: ”Ik kijk er naar uit om samen met het bestuur verder te bouwen aan de NVRR. Daarnaast ligt er ook een inhoudelijke uitdaging met het wetsvoorstel dat de positie van de decentrale rekenkamers moet versterken. Ook het recente rapport van de ROB “Goede ondersteuning, sterke democratie” laat zien dat er met betrekking tot de decentrale overheid werk aan de winkel is. Daar wil ik mij als directeur graag voor inzetten.”

Voor meer informatie:

Jan de Ridder: 06 8290 6334
Manon Fokke: 06 5280 8921

3-vragen-peiling

Maart 2022 wordt een nieuwe lichting raadsleden gekozen. Een nieuwe kans voor raads- en rekenkamerleden om elkaar te ontmoeten om de basis te leggen voor (weer) een productieve samenwerking. De NVRR ontwikkelt in 2021 een interactieve tool om die ontmoeting te ondersteunen en het goede gesprek te starten. De tool wordt onderdeel van het Rekenkamerkompas. Elke rekenkamer kan met de tool een eigen programma samenstellen.