Skip to main content

Auteur: NVRR secretariaat

Het secretariaat van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies.

Selectiecriteria voor rekenkameronderzoek

Het is gebruikelijk om voor een eerste selectie van onderzoeksonderwerpen een aantal selectiecriteria te hanteren. De rekenkamer(commissie) kan desgewenst vooraf aan bepaalde criteria een groter gewicht toekennen:

  • De mate waarin het onderwerp past binnen de taakopdracht die de rekenkamer(commissie) in de wet heeft meegekregen.
  • De mate waarin het onderwerp past binnen de specifieke taakopdracht en bevoegdheden zoals vastgelegd in de verordening op de rekenkamer(commissie).
  • Een zo groot mogelijke bijdrage aan de missie / doelstellingen van de rekenkamer(commissie), gerelateerd aan de inzet van schaarse onderzoekscapaciteit.
  • Substantieel financieel, organisatorisch, bestuurlijk of maatschappelijk belang.
  • Twijfel over de effectiviteit van het beleid, de doelmatigheid van de uitvoering of de rechtmatigheid van het beleid.
  • Mate van risico voor de gemeente, waaronder financieel;
  • Toegevoegde waarde: het onderzoek levert informatie op die niet reeds uit andere bronnen bekend is.
  • Benutten van specifieke bevoegdheden.
  • Spreiding (variatie in onderwerpen, in onderzochte diensten en eventueel politiek, in portefeuilles van wethouders).
  • Bruikbaarheid (inspelen op verzoeken), bruikbaarheid van aanbevelingen en verwachte leereffecten.

Een onderzoeksprogramma zal in de praktijk tussen de 1 en 3 onderzoeken per jaar bevatten. Daarnaast kan ook nog een aantal aanvullende activiteiten (bijvoorbeeld advisering) worden gepland.

Afstemming tussen raad en rekenkamer(commissie)

De wetgever wil eigenlijk dat de rekenkamer afstemt met de raad, maar ook onafhankelijk is in de keuze en aanpak van onderzoek. Deze twee beginselen lijken elkaar uit te sluiten.

Deze tegenstelling kan mogelijk opgelost worden door:

  1. in de verordening procedureafspraken vast te leggen over de momenten en de wijze waarop de raad wordt betrokken bij de onderwerpkeuze, en
  2. de raad op de te hoogte houden van het verloop van de onderzoeken.

Op deze manier kan een rekenkamer(commissie) zowel klantgericht als onafhankelijk functioneren. De eindverantwoordelijkheid blijft daarbij bij de rekenkamer(commissie) zelf.

Vast bespreekpunt met de raad

Het punt ‘rekenkameraangelegenheden’ kan een vast agendapunt zijn op de agenda van de raadscommissie, die het aanspreekpunt is voor de rekenkamer(commissie). Vertegenwoordigers van de rekenkamer(commissie) kunnen dan de lopende zaken toelichten. In de praktijk zijn er veel manieren om tussentijds in overleg te treden over de voortgang en /of voorlopige bevindingen.

Grenzen aan invloed raad op onderzoek rekenkamer(commissie)

Het komt soms voor dat rekenkamer(comissie)s kiezen voor constructies, waarbij de raad bepaalt wat de rekenkamer(commissie) onderzoekt. De achterliggende gedachte hierbij is dat de rekenkamer(commissie) als taak heeft de controlerende functie van de raad te versterken. Het lijkt daarom logisch, dat de raad invloed heeft op het onderzoeksprogramma. In de praktijk verloopt dit vaak soepel. En in een overgangssituatie kan deze praktijk bijdragen aan het versterken van de controlerende functie van de raad. Het is echter voor de langere termijn niet wat de wetgever heeft beoogd.

Alternatieve presentatievormen rekenkamer onderzoek

Naast onderzoeksrapporten zijn er ook andere mogelijkheden voor het presenteren van resultaten van onderzoek, zoals:

  • Alleen digitaal beschikbaar stellen feitenrapportage
  • Presentatie resultaten alleen in vorm krantenartikel
  • Posterpresentatie
  • Film (kan ook in de vorm van een ‘tekenfilm’)
  • Stripverhaal / cartoon
  • (Powerpoint)presentatie
  • Prezi
  • Webbased vormen, zoals een website over het onderzoek of een webdossier op de website van de rekenkamer
  • Workshops, lezingen of bijeenkomsten met stakeholders
  • Presentaties, bijeenkomsten met externe deskundigen
  • Rekenkamerbrief
  • Een vijf-minuten versie

Ambitie rekenkamer, missie rekenkamer, positie rekenkamer

Wettelijke doelen lokale rekenkamer

Een lokale rekenkamer moet bijdragen aan een transparanter en doelmatiger lokaal bestuur. Door het doen van onderzoek ondersteunt zij de gemeenteraad bij het uitvoeren van zijn wettelijke kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taken.

De raad formuleert bij het instellen van een lokale rekenkamer of rekenkamercommissie de kaders. De raad legt deze kaders in de regel vast in een verordening. Binnen de kaders vanuit wet en verordening geeft de rekenkamer(commissie) hieraan nadere invulling.
De rekenkamer(commissie) is niet het enige controle-instrument van de gemeenteraad. Ook dit is van belang voor de positionering van de rekenkamer(commissie).

Ambities lokale rekenkamer

De rekenkamer moet open zijn over haar ambitieniveau. De rekenkamer(commissie) moet ook verantwoording afleggen over de mate waarin zij haar doelstellingen bereikt. Het is belangrijk om aan de bevolking, gemeenteraad en college duidelijk te maken wat voor soort rekenkamer(functie) zij kunnen verwachten. Om dit te kunnen bepalen kan de rekenkamer antwoord geven op de volgende vragen:
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
En welk soort rekenkamer willen we zijn, resp. welk soort onderzoek willen we doen?

Missie

Als missie zijn allerlei keuzes mogelijk. We zetten hier als hulpmiddel enkele keuzes op een rij door telkens twee tegenstellingen aan te geven. De uiteindelijke keuze van de rekenkamer kan heel wel het midden houden tussen uitersten en een mix zijn van de hier genoemde mogelijkheden.

1 Onderzoek gericht op rechtmatigheid, de kwaliteit van begroting en verantwoording, de centrale Planning en Control cyclus. Onderzoek gericht op doeltreffendheid en/of doelmatigheid van beleid, output en outcome, waar voor je geld.
2 Onderzoek bedoeld om systematisch alle onderdelen van beleid en organisatie af te lopen en ‘dekkend’ te zijn Onderzoek bedoeld om te ‘prikken’ naar voorbeelden waar naar uw mening risico’s zitten in organisatie en/of beleid met de bedoeling dat het college en raad een meer systematische  beoordeling overnemen
3 Een rekenkamer die gericht is op terugkijken en afrekenen met de nadruk op onderzoek en beoordeling van eerder bestuurlijk handelen. Een rekenkamer die op basis van onderzoek en rekening houdend met actualiteit toekomstgericht voorstellen doet voor verbetering van organisatie en beleid.
4 Een rekenkamer die gericht is op incidenten en reactief onderzoek doet na berichten in de pers of verzoeken van (delen van) de raad. Een rekenkamer die zoekt naar structurele oorzaken en tendensen door systematisch onderzoek te doen en regelmatig meta-evaluaties te
publiceren
5 Onderzoek dat vooral intern gericht is op de organisatie en het ambtelijk handelen (van binnen naar buiten denken). Onderzoek dat vooral extern gericht is op effecten en beleidsdoelmatigheid en antwoord geeft op de vraag wat de burger opschiet met het openbaar bestuur (van buiten naar binnen denken).

Visie(document) en positie

De lokale rekenkamer zal daarbij in een missie en in doelstellingen duidelijk moeten maken welke doelen zij wil bereiken. Deze keuzes kunnen in een meerjarig ‘Visiedocument’ bij de raad worden neergelegd. Dit vormt een goede aanleiding om contact te zoeken met de raad, je strategische keuzes in een raad(scommissie) te presenteren en te horen wat voor visie(s) daar leven.

Rekenkameronderzoek is één onderdeel van een breder onderzoeksinstrumentarium dat de gemeenteraad ten dienste staat. Dat is relevant voor de uiteindelijke positiebepaling van de rekenkamer.

  • De controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (artikel 213 van de Gemeentewet) door de accountant. De raad wijst accountants aan die belast worden met de controle van de jaarrekening en daarover een verslag (inclusief rechtmatigheidsoordeel) uitbrengen.
  • 213a-onderzoek: periodiek zelfonderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur door het college. (Artikel 213a van de Gemeentewet). De raad stelt bij verordening regels hierover. Het college is op grond van hetzelfde artikel verplicht de rekenkamer(commissie) op de hoogte te stellen van deze onderzoeken en ook verplicht een afschrift van de resultaten aan de raad én aan de rekenkamer(commissie) te sturen.
  • Onderzoek door de raad op grond van artikel 155a-f. Dit is onderzoek naar het door het college of de burgemeester gevoerde beleid. Dat onderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoekscommissie bestaande uit raadsleden.

Reglement van orde en / of onderzoeksprotocol

Veel rekenkamer (commissies) hebben inmiddels een reglement van orde en/of onderzoeksprotocol opgesteld, waarin de belangrijkste onderzoekscomponenten bij elkaar zijn gezet: missie, doelen, werkwijze, inrichting en verloop onderzoeksproces, communicatie, publicatie e.a. Zo’n document maakt voor alle belanghebbenden duidelijk hoe de rekenkamer/-commissie opereert en welke verwachtingen daaraan ontleend mogen worden. Ook kan zo’n protocol handig zijn bij het uitbesteden van onderzoek.

Onderzoekprogramma

Tot slot zal de lokale rekenkamer duidelijk moeten maken welke prestaties zij wil leveren om het gestelde doel te bereiken: onderzoek, advies, hoorzittingen, brieven etc. In een onderzoeksprogramma wordt duidelijk gemaakt wat de beoogde prestaties zijn (aantal onderzoeken, onderwerpen die worden onderzocht etc.) die moeten bijdragen aan de doelstellingen.

Ambtelijk hoor en wederhoor

In de procedure ambtelijk hoor en wederhoor ontvangt de ambtelijke organisatie een overzicht van de door de rekenkamer geconstateerde feiten. De ambtelijk eindverantwoordelijken krijgen de gelegenheid daarop te reageren. Het is hierbij de bedoeling dat bij er de uiteindelijke publicatie, wanneer de rekenkamer(commissie) ook conclusies en aanbevelingen presenteert, geen discussie meer zal ontstaan over de feitelijke (on)juistheid van de bevindingen. Ambtelijk hoor en wederhoor wordt ook van belang geacht voor een goede communicatie tussen ambtelijke organisatie en rekenkamer. Een uitgebreid ambtelijk wederhoor maakt de doorlooptijd van een rekenkamer onderzoek echter wel langer.

Deze procedure van ‘hoor- en wederhoor’ heeft geen wettelijke basis. Het is ontleend aan de praktijk bij de Algemene Rekenkamer.

Tips voor ambtelijk wederhoor

  • Maak onderscheid tussen ambtelijk wederhoor en bestuurlijk wederhoor.
  • Leg aan de betrokken ambtenaren de nota van bevindingen voor, ter controle op de juistheid van de feiten en de interpretatie daarvan (de conclusies).
  • Hanteer een reactietermijn voor wederhoor van ca. 3 à 4 weken.
  • Kondig het wederhoor bij betrokkenen ruim van te voren aan.
  • Spreek af of het ambtelijke wederhoor rechtstreeks met de betrokken ambtenaren plaatsvindt of via een leidinggevende/de gemeentesecretaris.
  • Spreek af wat er bij het ambtelijke wederhoor wordt voorgelegd: alleen de voor de persoon relevante passages of het gehele rapport.
  • Spreek af hoe er wordt omgegaan met aanpassing van het rapport, bijvoorbeeld in de situatie dat een respondent erkent dat hij juist is geciteerd, maar dat het citaat uit zijn verband is gerukt.

Basisvoorwaarden kwaliteit rekenkamerrapport

Aan de kwaliteit van rekenkamer rapporten kunnen enkele basisvoorwaarden worden gesteld. De normen voor de NVRR Goudvink geven een beeld van de minimale voorwaarden waaraan een goed onderzoeksrapport moet voldoen.

Duidelijk onderscheid tussen normen, bevindingen, conclusies en aanbevelingen

Maak bij het rapporteren expliciet en helder onderscheid tussen:

  • normen (criteria, uitgangspunten),
  • bevindingen,
  • analyse,
  • conclusies, en
  • aanbevelingen.

Dit onderscheid is kenmerkend voor rekenkameronderzoek. Tussen geen van de vijf onderdelen mag ‘licht’ zitten, ze moeten naadloos op elkaar aansluiten. Bijvoorbeeld: als oordelen of conclusies niet bij de bevindingen aansluiten, of aanbevelingen niet bij een gehanteerd normenkader gaat dat onherroepelijk ten koste van de geloofwaardigheid van de rekenkamer.

Ook moet de rekenkamer er zeker van zijn dat de gerapporteerde feiten en gegevens betrouwbaar zijn, respectievelijk dat bronnen zijn vermeld. Een rekenkamer kan alleen gezag opbouwen als haar producten voor 100% de toets der kritiek kunnen doorstaan.

Onderscheid tussen nota van bevindingen en bestuurlijke nota

Het onderscheid tussen bevindingen, conclusies, oordelen en aanbevelingen kan binnen één rapport worden gemaakt. Een andere mogelijkheid is het scheiden van rapporten:
in een nota van bevindingen waarin o.a. de feitelijke onderzoeksbevindingen en analyse daarvan staan, en
een bestuurlijke nota waarin o.a. de samenvatting, (overkoepelende) conclusies en aanbevelingen aan de raad zijn opgenomen.

Rekenkameronderzoek en externe onderzoeksbureaus

Geef bij uitbesteding van het onderzoek aan het onderzoeksbureau aan dat in de rapportage de gehanteerde normen, de bevindingen uit het onderzoek, de conclusies en de oordelen duidelijk onderscheiden van elkaar dienen te worden gepresenteerd en naadloos op elkaar aan moeten sluiten. Het komt regelmatig voor dat ingeschakelde bureaus moeite hebben met de vertaalslag van onderzoeksbevindingen naar (suggesties voor) bestuurlijk bruikbare aanbevelingen.
Voor veel onderzoeksbureaus is het ongebruikelijk deze onderdelen zo scherp te onderscheiden. Maar voor een rekenkamer(commissie) is een globaal beeld, waarin betrokkenen zich herkennen, onvoldoende. Daarom is het noodzakelijk om bureaus die voor de rekenkamer onderzoek uitvoeren vooraf heel goed in te lichten over het typische aan rekenkameronderzoek en ze te instrueren over de wijze van rapporteren.

De rekenkamer(comissie) formuleert de aanbevelingen

De rekenkamer doet zelf de aanbevelingen aan de raad (en /of aan het college). Het onderzoeksbureau kan suggesties voor aanbevelingen doen, die de rekenkamer(commissie) vervolgens kan gebruiken bij het opstellen van de bestuurlijke nota.
Het is zaak dat de rekenkamer voldoende tijd plant voor en aandacht besteedt aan het formuleren van de aanbevelingen.

Vooraf (ambtelijk) toetsen aanbevelingen

Vooral wanneer het om complexe of politiek gevoelige onderwerpen gaat, kan het zinvol zijn mogelijke denkrichtingen voor aanbevelingen vooraf ambtelijk te toetsen.

Voorwaarde is wel, dat er geen wezenlijk verschil van mening meer bestaat over het feitencomplex uit de nota van bevindingen. Tegelijkertijd moet duidelijk zijn dat de rekenkamer het laatste woord heeft over de formulering van de aanbevelingen.
Door aan ambtenaren de vraag voor te leggen wat op basis van de geconstateerde feiten oplossingen zouden kunnen zijn, toets je de uitvoerbaarheid van aanbevelingen. Zo’n overleg werkt alleen wanneer aan de ‘andere’ kant het gevoel bestaat, dat er nog geen uitontwikkeld idee bestaat over aanbevelingen en er dus nog invloed mogelijk is.
Het is ook mogelijk aanbevelingen vooraf te toetsen bij de griffie / griffier op bruikbaarheid voor de raad.

Alternatieven voor een rekenkamerrapport

Het is goed voor aanvang van een onderzoek ook aandacht te hebben voor alternatieve presentatievormen.

Beoordelingscriteria verzoek rekenkameronderzoek, verzoek rekenkameronderzoek

Het is van belang dat de rekenkamer helder communiceert over de keuze in onderwerpen voor onderzoek. Wanneer er aan de rekenkamer verzoeken om onderzoek worden gedaan, kan voor de beoordeling van zo’n verzoek uit worden gegaan van de volgende criteria:

Overstijgen van het persoonlijk en partijpolitiek belang;

  • Een motivering (waarom is het onderwerp belangrijk);
  • Een duidelijke onderzoeksvraag;
  • Duidelijk moet zijn wiens en welk belang gediend is met een onderzoek;
  • Mogelijk leereffect voor bestuur en organisatie.

Of het verzoek nu van (de) raad(sleden) komt, het college of burgers: de rekenkamer(commissie) moet haar besluit  transparant motiveren. Mogelijke argumenten kunnen te vinden zijn in:

  • strategische visie,
  • missie,
  • inhoudelijke criteria voor keuze,
  • beschikbaarheid van middelen.

Voor een goede argumentatie is een keuzebeleid nodig. Op die manier maakt de rekenkamer(commissie) duidelijk, dat sprake is van een weloverwogen keuze op basis van staand beleid. De rekenkamer(commissie) moet dit beleid dan wel vooraf ter kennis aan de raad brengen cq. openbaar maken.

Bestuurlijk wederhoor

Bestuurlijk wederhoor kan een onderdeel in de totstandkoming van een rekenkamerrapport zijn. Met bestuurlijk wederhoor kan het college voor publicatie van een rekenkamerrapport reageren op de  conclusies en aanbevelingen van de rekenkamer(commissie).
Deze procedure van ‘hoor- en wederhoor’ heeft geen wettelijke basis. Het is ontleend aan de praktijk bij de Algemene Rekenkamer.

Mogelijk te stellen vragen bestuurlijk wederhoor

In de bestuurlijke reactie kan het college ingaan op vragen als:

  • Kunt u de conclusies van de rekenkamer onderschrijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?
  • Acht u de aanbevelingen haalbaar / uitvoerbaar?
  • Neemt u de aanbevelingen van de rekenkamer helemaal of ten dele over? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in welke mate neemt u de aanbevelingen over?
  • Welke concrete actie(s) wil u hieraan verbinden?
  • Wat zijn volgens u de (eventuele) consequenties van de aanbevelingen (maatschappelijk / financieel / politiek / bestuurlijk / voor de organisatie)?

Al dan niet toepassen bestuurlijk wederhoor

Veel rekenkamer(commissie)s vinden bestuurlijk wederhoor belangrijk voor de geloofwaardigheid en de doeltreffendheid van de rekenkamer(commissie).
Sommige rekenkamers kiezen er echter voor (soms) geen bestuurlijk wederhoor toe te passen. Zo willen zij de doorlooptijd van rekenkameronderzoek verminderen en de actualiteit van rekenkameronderzoek vergroten. De politieke discussie over een rekenkameronderzoek vindt dan naar verwachting ook meer plaats tussen college en raad.

Bestuurlijke reactie in rekenkamerrapport

Meestal wordt de bestuurlijke reactie van het college in zijn geheel opgenomen in het definitieve (bestuurlijke) rapport. Als de bestuurlijke reactie erg lang is, kan een samenvatting in de hoofdtekst worden opgenomen. De bestuurlijke reactie kan dan in zijn geheel naar de bijlagen.
Als de bestuurlijke reactie daar aanleiding toe geeft, schrijft de rekenkamer een nawoord dat ook in zijn geheel in het rapport wordt opgenomen.
Een uitgebreid bestuurlijk wederhoor maakt de doorlooptijd van een onderzoek langer.

Tips voor bestuurlijk wederhoor

  • Maak onderscheid tussen ambtelijk wederhoor en bestuurlijk wederhoor.
  • Leg aan de betrokken bestuurders (het college) de bestuurlijke nota voor t.b.v. een reactie op de conclusies en aanbevelingen.
  • Hanteer een reactietermijn voor wederhoor van ca. 3 à 4 weken.
  • Kondig het bestuurlijk wederhoor ruim van te voren aan bij betrokkenen.

Betrokkenheid bij onderzoeksproces

Doorwerking is gebaat is bij een goede interactie met de raad / provinciale staten, college / gedeputeerde staten en ambtelijke organisatie. De bedoeling hiervan is om zo flexibel mogelijk te kunnen inspelen op veranderende inzichten, behoeften en wensen. Hier staat tegenover dat een deel van het ‘institutioneel gewicht’ van een rekenkamer wordt bepaald door de onafhankelijkheid. Er is dus een grens aan de interactie.

In het algemeen is het zinvol om zoveel mogelijk belanghebbenden tijdens een zo groot mogelijk deel van het onderzoeksproces te betrekken bij het onderzoek. Deze betrokkenheid vergroot de kans dat het onderzoek ook echt zal worden gebruikt. Meestal vindt de interactie plaats voorafgaand aan en na een onderzoek. Het is aan te bevelen ook in de uitvoeringsfase meer interactiemomenten aan te brengen. Goede communicate en verwachtingenmanagement is bij interactie wel een voorwaarde. De interactie kan als volgt plaatsvinden:

  • Tijdens de voorbereiding: goede afstemming over het werkprogramma, uitwerking vraagstelling en aanpak onderzoek, aansluitend bij behoefte van de doelgroep, niet te veel uitbrengen (verzadigingseffect) en ook niet te weinig (onvoldoende zichtbaar), aansluiting vinden bij alle niveaus in de organisatie. Contact en draagvlakverwerving bij raad / provinciale staten, college / gedeputeerde staten, ambtelijke organistie en (eventueel) het beleidsveld.
  • Tijdens de uitvoering van het onderzoek: organiseren feedback tijdens de uitvoering, vormgeven wijze van structureel contact. Contact en draagvlakverwerving bij raad / provinciale staten, college / gedeputeerde staten, ambtelijke organistie en (eventueel) het beleidsveld.
  • Bij de presentatie en nazorg: organiseren vraagbaakfunctie en feedback. Vormgeven wijze structureel contact. Contact en draagvlakverwerving bij raad / provinciale staten, college / gedeputeerde staten, ambtelijke organistie en (eventueel) het beleidsveld.

Communicatie en publicatie rekenkamerrapport

De publicatie van een rekenkamerrapport vergt een zorgvuldige voorbereiding. Meestal is het goed te streven naar extra publiciteit, zodat het rapport en de voornaamste bevindingen, conclusies en aanbevelingen daaruit meer bekendheid kunnen krijgen.
Extra publiciteit kan worden verkregen bijvoorbeeld door het geven van interviews, presentaties en het schrijven van artikelen.
De rekenkamer kan ook bijeenkomsten organiseren, waarin de onderzoeksresultaten worden besproken. Voorbeelden hiervan zijn expertmeetings (met externe deskundigen of met ervaringsdeskundigen uit andere gemeenten en maatschappelijke organisaties). Het organiseren van deze bijeenkomsten gaat meestal in overleg met de griffie.

Publicatiedatum rekenkamerrapport

Probeer de publicatiedatum zo te kiezen dat de boodschap op een zo effectief mogelijke manier wordt overgebracht. Dit betekent dat er bewust voor kan worden gekozen om bijvoorbeeld juist voor of na de behandeling van de voorjaarsnota of begroting te publiceren. Een aandachtspunt bij de planning van een publicatiedatum zijn eventuele gemeenteraadsverkiezingen of een vakantieperiode. Een richtlijn zou kunnen zijn gedurende een bepaalde periode (x-aantal weken /maanden) geen rapport te publiceren, vanwege mogelijke politieke gevoeligheden.

Tips

  • Wijs binnen de rekenkamer(commissie) één woordvoerder aan die de media te woord staat.
    • Meestal is dit de directeur of voorzitter van de rekenkamer(commissie).
    • Ook kan bijvoorbeeld het eerst verantwoordelijke (commissie)lid voor een bepaald onderzoek de woordvoerder zijn.
    • Om verwarring te voorkomen is dat bij gemengde rekenkamercommissies bij voorkeur een extern lid. Immers, als een raadslid over het rekenkamerrapport in de media het woord voert is het risico groot dat het rekenkamerstandpunt, een eigen standpunt en het fractiestandpunt niet meer te ontwarren zijn. Dit geldt des te meer wanneer het gaat om oordelen en aanbevelingen.
  • Kondig een week voor de publicatiedatum het verschijnen van het rapport aan bij de raadsleden en collegeleden. Zo worden zij niet verrast wordt door de publicatie.
  • Leg in de week voorafgaand aan de publicatiedatum selectief contact met media. Zo krijgen zij de gelegenheid een artikel (interview) voor te bereiden, dat op de publicatiedatum wordt gepubliceerd. Stuur ze het rapport onder embargo. Schending van het embargo dient gevolgen te hebben voor het betreffende medium.
  • Vraag vooraf de tekst van een artikel ter inzage om eventuele onjuistheden te corrigeren.
  • Gun de plaatselijke krant de primeur.
  • Zorg ervoor dat raadsleden en collegeleden het rapport en (eventueel) het bijbehorende persbericht een dag voor de publicatiedatum (onder embargo) in handen hebben.
  • Stuur op de publicatiedatum een persbericht naar de media en houd eventueel een persconferentie. Hierbij kunnen al dan niet de betrokken bestuurders en ambtenaren aanwezig zijn.
  • Let er op dat de toon in het persbericht dezelfde is als de toon in het rapport. Het inkorten van de tekst van een rapport tot een persbericht gaat onherroepelijk ten koste van de nuance, maar mag niet leiden tot een kritischer of juist positiever toonzetting dan in het rapport.
  • Zorg voor een exclusief interview met het belangrijkste lokale persmedium.
  • Nodig bij ingewikkelde of gevoelige onderwerpen journalisten expliciet uit voor een mondelinge toelichting. Niets is zo vervelend als een faliekant verkeerde kop boven een krantenbericht over een onderzoeksrapport.
  • Plaats het rapport en het persbericht meteen – maar pas nádat college en raad er over kunnen beschikken – op de website van de rekenkamer(commissie).

Enige tijd na de publicatie vindt de presentatie van het rekenkamerrapport aan de raad plaats.