Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Nederland heeft met ingang van 1 januari 2017 388 gemeenten

Nederland telt 388 gemeenten vanaf 1 januari 2017, 2 minder dan een jaar eerder. In 1996 waren er nog 626 gemeenten. Sindsdien zijn op ruim de helft van het Nederlandse landoppervlak gemeentegrenzen gewijzigd. Dat meldt het CBS.

Met toelichting; een interactieve landkaart en een overzicht van aantallen gemeentes vanaf 1996-2017.

Onderzoek naar veranderingen in sociaal domein door decentralisaties afgerond

Twee jaar onderzochten Pieter Hilhorst en Jos van der Lans de veranderingen in het sociale domein als gevolg van de decentralisaties. Zij schreven 29 afleveringen voor deze site. Was het een succes of een koude douche? In hun slotbeschouwing stuiten ze op vijf hardnekkige gewoontes die door de organisatorische veranderingen steeds scherper in beeld komen. Ze blijven optimistisch, maar als die routines niet veranderen zullen de beloften van de decentralisaties een illusie blijken.  

Tweede Kamer stemt in met instelling opvolger Transitiecommissie Sociaal Domein

De Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD) krijgt een opvolger op verzoek van de Tweede Kamer. Zo blijft gewaarborgd dat een onafhankelijke derde bij de transities in het sociaal domein een vinger aan de pols kan houden.

De TSD is eind vorig jaar gestopt met haar werk. Deze commissie onderzocht de afgelopen twee jaar met een kritische blik de voortgang van de decentralisaties maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en werk en inkomen. De kamerleden Manon Fokke (PvdA) en Hayke Veldman (VVD) dienden in december 2016 een motie in om de Tweede Kamer te bewegen om voor de vervolgfase van de drie centralisaties een onafhankelijke derde aan te wijzen. Deze motie is op 22 december 2016 aangenomen.

Lees hier het bericht in Binnenlands Bestuur: 'Nieuwe luis in de pels voor decentralisaties'.

De minister reageert op vragen Tweede Kamer

Op 7 juli 2015 stuurde minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van de aangenomen motie-Fokke het Actieplan lokale rekenkamers naar de Tweede Kamer. Wij reageerden daar als NVRR in november 2015 schriftelijk op, na een levendige discussie binnen onze vereniging. Ook leidde het actieplan tot een aantal Kamervragen. De minister stuurde op 28 november 2016 een brief naar de Tweede Kamer, waarin hij ingaat op de Kamervragen.

De minister wil blijkens zijn recente brief ruimte creëren voor een belangrijke rol van raadsleden, maar hij blijft wel bij zijn standpunt dat vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer raadsleden geen volwaardig lid kunnen zijn van een rekenkamer. Hun betrokkenheid moet beperkt blijven tot een adviesfunctie. We zien in de beantwoording van de minister geen nieuwe argumenten en zien daarom ook geen reden om het standpunt van de vereniging te veranderen. Dat standpunt is: raadsleden mogen volwaardig lid zijn van een gemeentelijke rekenkamer, maar niet in meerderheid, en niet in de rol van voorzitter.

De ondersteuning is een tweede punt dat ons opviel in de beantwoording. De minister herhaalt op Kamervragen hierover alleen de huidige wettekst, waarin staat dat ambtenaren die voor de rekenkamer werken niet tevens werkzaamheden mogen uitvoeren “voor andere organen van de gemeente” (Gemeentewet, artikel 81j, derde lid). Dat maakt het ook onmogelijk voor griffiemedewerkers om een deel van hun tijd te besteden aan ondersteuning van de rekenkamer nieuwe stijl. Wij hebben gepleit om een wettelijke uitzondering te maken voor medewerkers van de griffie. Dat heeft een praktische reden. Het zal in de huidige context voor veel rekenkamers financieel lastig, zo niet onmogelijk worden om een volwaardige functie te creëren voor een ondersteuner en het extern inhuren van ondersteuning voor een beperkt aantal uren zal de kwaliteit niet ten goede komen. Daarnaast lijkt het ons ook te verdedigen omdat de griffie voor de raad werkt.

Over gemeenten met inactieve  rekenkamer(commissie)s merkt de minister op dat hij, in samenwerking met de VNG en de NVRR, in gesprek zal gaan met deze gemeenten. Hij beoogt gezamenlijk en doelgericht actie te ondernemen om in deze gemeenten de rekenkamer te activeren. Wij hadden hierbij gehoopt op iets meer daadkracht. Het gaat namelijk niet alleen om rekenkamers die bij gebrek aan enig budget totaal inactief zijn. Er zijn ook rekenkamers of rekenkamercommissies die door te weinig budget erg beperkt zijn in hun mogelijkheden. Wij missen bij de minister aandacht voor het probleem van de adequate bekostiging van rekenkamers. De huidige grondslag in de wet (Gemeentewet, artikel 81j, eerste lid) is te vrijblijvend. Daarmee kan de rekenkamer een speelbal worden van politieke voorkeuren. We zullen als vereniging zelf met voorstellen hierover komen in het voorjaar van 2017.

De minister heeft dus wel naar signalen geluisterd en er ook iets meegedaan. Helemaal tevreden zijn we echter nog zeker niet. Wij zullen  de politieke besluitvorming over het actieplan met belangstelling volgen en blijven graag met de minister en de VNG in gesprek over de randvoorwaarden die nodig zijn om ons werk goed te kunnen doen.

Samenwerken rekenkamers ‘smaakt naar meer’

De Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers & Rekenkamercommissies en de Algemene Rekenkamer zijn enthousiast over samen met lokale rekenkamers en rekenkamercommissies onderzoek doen.

Op maandag 10 oktober 2016, de eerste landelijke ‘Spotdag’, trok de Algemene Rekenkamer in vijftien gemeenten op met lokale organisaties om onderzoek te doen naar digitale dienstverlening van de plaatselijke overheid. Dat werkte goed, meer dan 600 mensen deden mee aan een enquête hierover en in Amsterdam beantwoordde 700 leden van het burgerpanel de vragen. De uitkomst was ook goed, de deelnemende gemeenten scoorden gemiddeld een 4 op een schaal van 5 voor de gebruiksvriendelijkheid van het digitaal melden van misstanden in de openbare ruimte. “Het smaakt naar meer”, aldus de deelnemers.

De gemeenten en provincie die aan dit onderzoek meewerkten, vormen geen representatieve selectie. Aan de uitkomsten kunnen dus geen harde conclusies worden verbonden.

Download hieronder de resultaten van de Spotdag.

Augmented Reality : van toegevoegde waarde voor rekenkamers?: presentatie Samenwerkingsdag 17-11-2016

Augmented Reality (of AR) staat voor ‘toegevoegde werkelijkheid’. Het is verwant aan ‘Virtual Reality’ (VR) met dit verschil dat je bij VR in een geheel nieuwe omgeving komt en de werkelijkheid ‘loslaat’ terwijl AR iets toevoegt aan de bestaande omgeving. Maar is er ook een toegevoegde waarde voor rekenkamers in deze technologie? Met een voorbeeld van een toepassing: Aurasma.