Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Verslag voorjaarscongres NVRR Kring Noord

Vrijdag 3 juni organiseerde de kring Noord haar voorjaarscongres met als thema van deze middag: “Doorwerking als de uitkomst van kwaliteit en politiek debat”. De vraag die Rekenkamercommissies zich vaak stellen is wat wordt er eigenlijk met onze aanbevelingen gedaan? Hoe valt een rapport in de gemeenteraad/provinciale staten en wat voor soort politiek debat levert dat op.

7 juni: expertmeeting Wet open overheid

Dit initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Voortman (GroenLinks) en Van Weyenberg (D66) heeft als doel overheden en semi-overheden transparanter te maken om zo het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en economische ontwikkeling beter te dienen. De Wet openbaarheid van bestuur wordt ingetrokken.

Om deze doelen te bereiken verankert het voorstel de toegang tot publieke informatie en het hergebruik van die informatie als rechten van burgers. Daarnaast wordt de actieve openbaarheid versterkt door het verplicht stellen van openbaarmaking uit eigen beweging van bepaalde categorieën informatie. Overheidsorganen moeten een online beschikbaar register gaan bijhouden van de documenten en datasets waarover zij beschikken. Om de gewenste normalisering in de verhouding tussen burger en overheid te bewerkstelligen en de implementatie van deze wet te bevorderen, wordt de functie van Informatiecommissaris gecreëerd. Diens taak is het om organen en burgers te ondersteunen en om conflicten op te lossen door belangen bij elkaar te brengen.

(bron: www.eerstekamer.nl)

Op 7 juni wordt op verzoek van  de Eerste Kamercommissie BIZA/AZ een expertmeeting georganiseerd. De NVRR is daarbij niet uitgenodigd. Het bestuur heeft de VNG gevraagd de belangen van de rekenkamers in te brengen.

 Als NVRR hebben we een direct belang bij het goed formuleren van de grenzen van de openbaarheid bij het uitvoeren van rekenkameronderzoek. Daartoe hebben we een position paper ingediend. Onderstaand leest u de tekst:

Waar gaat het om?

Voor de Algemene Rekenkamer is in het voorstel van Wet open overheid geregeld dat onderzoeksdocumenten niet openbaar hoeven te worden. Het zou belangrijk en praktisch zijn om dat ook te regelen voor de lokale rekenkamers en rekenkamercommissies; de argumenten genoemd in de brief van de Algemene Rekenkamer gelden ook voor ons. WOO-verzoeken zijn schadelijk voor onze onderzoekspositie. Niet alleen vanwege het risico van voortijdige openbaarmaking en/of verplichte openbaarmaking van niet of onvoldoende geverifieerde gegevens waardoor geen recht wordt gedaan aan de onderzochte, maar juist ook vanwege het risico dat medewerkers van de onderzochte niet willen werken aan het onderzoek in de wetenschap dat hun documenten of hun interviewverslag openbaar kunnen worden. Het zonder verdere clausulering van toepassing laten zijn van de WOO op lokale rekenkamers en rekenkamercommissies zal onvermijdelijk zijn weerslag hebben op de manier waarop wij ons werk kunnen doen en daarmee op de kern van onze taak om de gemeenteraad, de provinciale staten en de burger te voorzien van objectieve en afgewogen oordelen en onderzoeksrapporten.

We waren in de veronderstelling dat bij de behandeling in de Tweede Kamer in het verlengde van de regeling voor de Algemene Rekenkamer voor de lokale rekenkamers iets vergelijkbaars zou worden geregeld. Toen we merkten dat dat niet het geval was hebben we nog contact opgenomen met Kamerleden, maar onze interventie bij de Tweede Kamer was te laat. Wellicht is er daar niet aan gedacht omdat de lokale rekenkamers anders dan de Algemene Rekenkamer een bestuursorgaan zijn. We zijn namelijk bestuursorgaan en in artikel 1:1 van de AWB niet genoemd bij de uitzonderingen (lid 2) anders dan de algemene rekenkamer (e) en de ombudsmannen (f).We zien dit als een onzorgvuldigheid bij de besluitvorming over deze wet. Het op een vergelijkbare manier behandelen van de lokale rekenkamers en rekenkamercommissies ligt voor de hand en er is voor zover wij hebben kunnen waarnemen in ieder geval niet bewust gekozen om dit niet te doen.

Wat zou er concreet moeten gebeuren?

Voor de Algemene Rekenkamer wordt nu via artikel 9.7 de compatibiliteitswet aangepast; daar worden aan toegevoegd de artikelen 96a en 96b. In analogie zou bij de noodzakelijke aanpassing van de gemeentewet (artikel 9.13) een onderdeel D moeten worden toegevoegd met daarin een artikel 185a en 185b gemeentewet en op analoge wijze voor de provinciewet (een artikel 186a en 186b). Net zo als de Algemene Rekenkamer zullen ook na de wetswijziging lokale rekenkamers en rekenkamercommissies zich blijven verantwoorden over hun bedrijfsvoering. Transparantie blijft dus het uitgangspunt. In die zin steunen we ook van harte de uitgangspunten van de WOO. 

Verantwoordingsonderzoek in perspectief

Op woensdag 18 mei was het Verantwoordingsdag. Deze dag, de tegenhanger van Prinsjesdag, bestaat sinds het jaar 2000. Voor dat jaar was al ingezet op het eerder beschikbaar komen van de jaarverslagen van de ministeries, niet in september, maar in mei. Bovendien moest de kwaliteit van de jaarverslagen  worden verbeterd: beleid en geld moesten meer met elkaar in verband worden gebracht. En niet alleen de begroting, maar ook de verantwoording moest voldoende aandacht krijgen van het parlement. De Algemene Rekenkamer toetst cijfers en verantwoordingsinformatie in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek – voer voor parlementair debat op donderdag 26 mei a.s.

Op Verantwoordingsdag presenteerde de Algemene Rekenkamer de uitkomsten van haar verantwoordingsonderzoek. Ze geeft dan een oordeel over de financiële informatie, de bedrijfsvoering en de beleidsinformatie van elk ministerie. En een oordeel bij de Rijksrekening. Tijd om eens terug te blikken op zestien jaar Verantwoordingsdag. Welke lessen kunnen we trekken voor de toekomst?

Rechtmatigheid

Laten we beginnen met het oordeel over de financiële informatie. Er sprake van een hoog niveau van de rechtmatigheid van uitgaven en inkomsten bij de rijksoverheid in Nederland. Jaarlijks wordt  de Rijksrekening goedgekeurd. Een uitzondering vormt 2008. In dat jaar, het eerste jaar van de crisis, plaatst de Algemene Rekenkamer een kanttekening bij haar oordeel over de Rijksrekening. Dat hangt samen met de onrechtmatigheid van de uitgaven voor de verwerving van Fortis/ABN AMRO waar ruim € 23 miljard mee gemoeid was. Bij die uitgaven is de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure bij de Tweede Kamer niet gevolgd. En die moet juist waarborgen dat het budgetrecht van het parlement wordt gerespecteerd. Toch maakt de Algemene Rekenkamer geen ‘bezwaar’ tegen deze onrechtmatigheid. Dat bezwaar is een wettelijk instrument dat kan worden ingezet om de belemmeringen op te heffen die het goedkeuren van de Rijksrekening in de weg staan. Daar is een indemniteitswetprocedure voor nodig. De redenering van de Algemene Rekenkamer is dat dit niet nodig is omdat de Staten-Generaal al ingestemd heeft met de gang van zaken. Materieel gezien zijn daarmee de stappen doorlopen die in een indemniteitswetprocedure worden genomen.

Bedrijfsvoering

En het oordeel over de bedrijfsvoering? Dat laat sinds 2000 een geleidelijke verbetering zien. Het aantal onderdelen in de bedrijfsvoering dat niet op orde is (de Algemene Rekenkamer spreekt van onvolkomenheden) daalt van 105 in 2001 tot slechts 27 in 2015. Als er grote problemen in de bedrijfsvoering zijn, dan wordt het oordeel ’ernstige onvolkomenheid’ gegeven. Ook het aantal ernstige onvolkomenheden daalt:  van 13 in het verantwoordingsjaar 2001 tot drie in het verantwoordingsjaar 2015.

Aantallen onvolkomenheden bij ministeries in 2014 en 2015.

Met die ernstige onvolkomenheden is iets bijzonders aan de hand. In de periode 2009 tot 2014 is er sprake van hooguit  een ernstige onvolkomenheid per jaar. In 2015 stijgt dat naar drie, terwijl de bedrijfsvoering overigens over de hele linie verbetert.

Grote problemen in de bedrijfsvoering zijn er traditioneel bij grote uitvoeringsvraagstukken. Enkele voorbeelden daarvan zijn het subsidiebeheer bij VWS, het wapen- en munitiebeheer bij Defensie, de uitvoering van de toeslagen bij de Belastingdienst en het financieel beheer bij Justitie. In 2015 is er sprake van ernstige onvolkomenheden bij de Belastingdienst, bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie en bij het Ministerie van Defensie. Interessant is dat de Algemene Rekenkamer sinds 2008 de achterliggende oorzaken van die grote problemen niet meer onderzoek (het zgn. bezwaaronderzoek).  Dat onderzoek voegt geen nieuw inzicht toe. Niet de oorzaken, maar de consequenties van de grote problemen vragen om aandacht. De Algemene Rekenkamer concludeert dat steeds vaker ambities niet in balans zijn met en beschikbare tijd, mensen en middelen. Er is tijd nodig om uitvoering op orde te brengen. Gebeurt dat niet, dan komen de ambities in gevaar. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij  Defensie dat een “grote wissel op zichzelf trekt”,  aldus het verantwoordingsonderzoek 2014. De Algemene Rekenkamer vraagt kabinet en Kamer om de realiteit van de uitvoering onderdeel van de besluitvorming te maken.

Beleidsinformatie

Dan het oordeel over de beleidsinformatie. De bedoeling was om de informatie van de begroting en de verantwoording te vergroten door de relatie tussen beleid en geld zichtbaar te maken. Sinds de eerste Verantwoordingsdag in 2000 neemt de hoeveelheid beleidsinformatie toe. Tegelijkertijd laat de bruikbaarheid ervan te wensen over. In departmentale jaarverslagen legt de minister uit waarom de informatie over de effecten en prestaties ontbreekt. Het opleveren van die informatie, het formuleren van de beleidsdoelstellingen en prestaties wordt door de ministeries steeds vaker als een administratieve last gezien die weinig toevoegt aan het debat over begroten en verantwoorden. Dat leidt – met instemming van de Tweede kamer – tot een andere inrichting van de verantwoording.

De vraag wat de resultaten van  rijksbeleid zijn blijft een plaats houden in het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. In casussen wordt onderzocht welke beleidsinformatie beschikbaar is. Ook in het verantwoordingsonderzoek 2015. Daar is de conclusie dat het kabinet minder weet over de resultaten van haar beleid dan wenselijk is. En dat voor de Tweede Kamer het zicht op omvang, uitvoering en effecten van beleidsmaatregelen vaak ontbreekt.

Terugkerende thema’s

Inhoudelijk zien we in zestien jaar Verantwoordingsdag een aantal thema’s terugkeren: de controle- en verantwoordingsstructuren, het inzicht in de overheidsfinanciën en de spanning tussen de rijksrekening en de EMU-relevante uitgaven.

Controle- en verantwoordingsstructuren

Controle- en verantwoordingsstructuren wijzigen als gevolg van het op afstand plaatsen van uitvoering van beleid, bijvoorbeeld omdat het Rijk de beleidsvrijheid van decentrale overheden wil vergroten. Dat speelde in 2005 toen er minder specifieke uitkeringen moesten worden uitgekeerd, en geld van de ministeries gebundeld werd ingezet. Maar ministers bleven individueel verantwoordelijk, een aspect dat de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek 2005 aankaart. Die knellende controle- en verantwoordingsstructuur wordt vaker een thema. In 2007 bij het programma Vernieuwing Rijksdienst. En in 2012 bij het niet goed functionerende controlesysteem voor de besteding van specifieke uitkeringen. Ook Europese controlestructuren vragen aandacht. Zo agendeert de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek 2011 dat in het European Stability Mechanism (ESM), het hulpprogramma aan Europese landen in financiële nood, onvoldoende is geregeld dat er onafhankelijke controle op de effectieve besteding van dat geld plaatsvindt.

Beleid wordt op afstand van het Rijk uitgevoerd. Dat vraagt om nieuwe informatiestructuren en verantwoordingsarrangementen. Dat speelt bijvoorbeeld bij de decentralisaties in het sociaal domein in 2014. Daarbij ontstaan nieuwe vraagstukken rondom het invullen van de opdrachtgevers- en eigenaarsrol van ministeries. Een kwestie die in het dossier pgb-trekkingsrechten speelt.

Toename bezuinigingen en risico’s overheidsfinanciën

Sinds 2000 hebben er grote hervormingen plaatsgevonden. De overheid moest compacter en kleiner worden en de crisis vroeg om ingrijpende maatregelen. Het volgen van het geld dat met al die bezuinigingen gepaard gaat, wordt een thema in het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. Tegelijkertijd nemen door de crisis de risico’s voor de overheidsfinanciën toe: tussen 2008 en 2012 verdubbelen de financiële risico’s voor de Staat der Nederlanden. Het is voor de Algemene Rekenkamer aanleiding de maatregelen die in het kader van de kredietcrisis zijn genomen te monitoren, de discussie over de verbetering van de staatsbalans op gang te brengen en te monitoren hoe aan de bezuinigingen invulling wordt gegeven.

Spanning tussen Rijksrekening en EMU- relevante uitgaven neemt toe

Steeds meer beleid wordt buiten de rijksdienst uitgevoerd. Den Haag komt daarmee verder af te staan van de burger. Dat vertaalt zich in discussies over informatiearrangementen en controle- en verantwoordingsstructuren. Discussies die veraf lijken te staan van het doel van de beleidsterreinen. Het vertaalt zich ook in het ontbreken van aansluiting tussen de Rijksrekening en de EMU-relevante uitgaven. Voor het parlement staan de EMU-relevante uitgaven centraal. Dat wil zeggen, ze staan centraal in veel debatten, maar niet in de Rijksrekening. Dat wringt in toenemende mate. Deze ontwikkeling leidt ertoe dat de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek verder kijkt dan de Rijksrekening. Wat betekent het hoge niveau van rechtmatigheid in de praktijk van de uitvoering? Krijgt de burger waar voor zijn geld? En wie gaat eigenlijk waar over? Het zijn vragen die steeds relevanter worden.

Bedragen in miljarden euro.

Lessen voor de toekomst

Verantwoorden is terugkijken naar de tijd die achter ons ligt en daar lessen uit trekken voor de toekomst. Wat mij betreft is een belangrijke les dat bovenstaande thema’s  aangeven dat er sprake is van structurele veranderingen in de bedrijfsvoering. Want niet langer staat de vraag centraal wat de oorzaak is van grote problemen, maar wat daarvan de consequenties zijn. Daarbij gaat het om strategische wendbaarheid (agility) en toekomstbestendigheid van publieke organisaties. Het onderzoeksinstrumentarium van de Algemene Rekenkamer is daar nog niet op ingericht. De jaarverslagen van de ministeries ook niet. Tijd voor een herijking.

Dr. Ellen van Schoten RA leidt als secretaris de ambtelijke organisatie van de Algemene Rekenkamer.

NVRR zoekt Onderzoeker voor pilots doorwerking (m/v)

In verband met de inspanningen om de kwaliteit van rekenkamerwerk verder te verbeteren heeft het Ministerie van BZK een subsidie aan de NVRR ter beschikking gesteld. Onderdeel van deze inspan­ningen is het in de praktijk toetsen door middel van een 5-tal pilots van het in 2015 ontwikkelde ‘Stappenplan Meten van doorwerking’. Ter ondersteuning van deze pilots bij afzonderlijke rekenkamers zoekt de NVRR een onderzoeker (m/v).

De NVRR zoekt een onderzoeker die

  • HBO/WO denkniveau heeft
  • ervaring heeft met lokaal/provinciaal rekenkamerwerk en de behandeling ervan raad-college/PS-GS
  • flexibel inzetbaar is in de maanden juli-september 2016
  • beschikt over goede mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden

Wij bieden haar/hem

  • een afgebakende opdracht voor in totaal maximaal 40 uur
  • een tarief van € 80 per uur, inclusief reis- en verblijfkosten

Wij verwachten van de onderzoeker dat zij/hij

  • de 5 piloterende rekenkamers ondersteunt met (onderzoeks)advies in verband met uitvoering van de pilot en hantering van het Stappenplan
  • op een vooraf opgesteld format rapporteert over de leerpunten en ‘do’s and don’ts’ van de pilots

Voor informatie over deze vacature kunt u bellen met Etienne Lemmens (0611226755). Reageren op deze vacature kunt u tot en met 31 mei, per mail aan de NVRR onder vermelding van opdracht onderzoeker doorwerking.

Schaken op twee borden: onderzoek naar het accommodatiebeleid in de gemeente Littenseradiel

Gemeente Littenseradiel is een kleine Friese gemeente met een groot aantal dorpskernen, variërend in omvang van enkele tientallen tot ongeveer 2000 inwoners. Logischerwijs heeft dit geleid tot een grote geografische spreiding van publieke voorzieningen. Er is een aantal ontwikkelingen op demografisch, financieel, sociaal, cultureel en economisch gebied dat relevant is voor de toekomst van de accommodaties in deze gemeente. Daarnaast gaat de gemeente per 1 januari 2018 fuseren met drie buurgemeenten. Daarom heeft de Rekenkamercommissie een onderzoek gedaan naar de uitvoering van het accommodatiebeleid en het financiële beheer van accommodaties dat daar in sterke mate door beïnvloed wordt

Voor u gelezen: Gemeenten houden 310 miljoen over van WMO-budget

Uit onderzoek van Binnenlands Bestuur blijkt dat bijna 90% van de gemeenten in 2015 geld hebben overgehouden op het budget voor dagbesteding, begeleiding en ondersteuning. Zestig procent van de gemeenten hadden nog geld over voor huishoudelijke hulp. In totaal gaat het naar schatting om een overschot van minimaal 310 miljoen euro. Het totale budget dat gemeenten in 2015 van het rijk kregen voor zorg, ondersteuning en huishoudelijke hulp vanuit de Wmo was 4,8 miljard euro.

Lees het volledige artikel op de website van Binnenlands Bestuur >>

Bron: Binnenlands Bestuur (www.binnenlandsbestuur.nl)

Auteur: Hans Bekkers

Datum: 5 mei 2016

 

Denktank 3d’s in het sociaal domein

Onder auspicien van de NVRR wordt een project, Werkplaats, opgestart om van elkaar te leren als het gaat om onderzoek naar de 3D's in het sociale domein.  Decentrale taken in het sociaal domein zijn complex en veelomvattend en dit geldt ook voor het rekenkameronderzoek. Het doel is om van elkaar te leren en inzichten uit te wisselen, denkkracht te bundelen. Ook de Algemene Rekenkamer sluit eveneens aan.