Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Leerlingen Augustinianum winnen scholierenprijsvraag Algemene Rekenkamer

Acht leerlingen uit 4 vwo van het Augustinianum in Eindhoven hebben de scholierenwedstrijd van de Algemene Rekenkamer gewonnen. De opdracht was: bedenk een Rekenkameronderzoek. Het winnende voorstel luidde: Hoeveel kost een vmbo/vwo leerling ten opzichte van toekomstige opbrengsten? De acht winnaars ontvingen op vrijdag de laatste dag voor de schoolvakantie uit handen van president van de Algemene Rekenkamer Saskia J. Stuiveling, de prijs: een waardecheque voor kaarten voor Lowlands 2014. Bovendien gaat de Algemene Rekenkamer het onderzoek uitvoeren, waarbij de prijswinnaars als klankbord gaan fungeren.

De prijswinnaars zijn: Dilana Ozgul (inzender) en Tom van Ruiswijk, Tim den Boer, Bram Smulders, Niek Leupen, Lenny de Wagt, Daphne van Ierland en Paul Lichtveld. Volgens het juryrapport hadden zij ‘een goed doordacht, relevant en interessant voorstel’ ingediend. Bijzondere aandacht was er voor de inzet van social media. Hiermee kunnen middelbare scholieren bijvoorbeeld worden gevraagd welke kosten zij zelf nog maken voor school, zoals school- of studiereizen. Zo kunnen ook ‘verborgen’ kosten in beeld worden gebracht. Verder was het van belang dat het voorstel uitvoerbaar moest zijn in samenwerking met lokale rekenkamers. De Algemene Rekenkamer verwacht de onderzoeksresultaten in maart 2014 te kunnen presenteren.

De jury bestond uit Arno Visser (collegelid van de Algemene Rekenkamer), Barbara Goezinne (onderzoeksdirecteur van de Algemene Rekenkamer) en Ans Hoenderdos (namens de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies). De scholierenprijsvraag maakte deel uit van de Onderwijskrant van ProDemos over het werk van rekenkamers. Deze krant is in april 2013 uitgegeven in aanloop naar het 200-jarig bestaan van de Algemene Rekenkamer in 2014.

De uitvoering van het onderzoek loopt van augustus 2013 tot januari 2014. De Algemene Rekenkamer stelt medewerking van lokale rekenkamer(commissie)s zeer op prijs en zal binnenkort met informatie komen over de aanpak en mogelijkheden voor inzet van lokale rekenkamer(commissie)s. Als u nu al uw interesse kenbaar wil maken, kan dat door middel van een mail aan Monique Mol  M.Mol@rekenkamer.nl

[foto-onderschrift:]

Saskia J. Stuiveling (president van de Algemene Rekenkamer, tweede van links) met de trotse winnaars van de scholierenprijsvraag ‘Bedenk een Rekenkameronderzoek’. Het winnende onderzoek betreft de kosten en toekomstige opbrengsten van leerlingen op het vmbo en vwo. Van links naar rechts: Karin Wagt (Rekenkamercommissie Eindhoven), Saskia J. Stuiveling, Maarten de Veth (rector Augustinianum), Marjolein van Heezik (docent), Daphne van Ierland, Tom van Ruiswijk, Bram Smulders, Tim den Boer, Niek Leupen, Lenny de Wagt en Dilana Özgül. Paul Lichtveld ontbreekt op de foto.

 



 

Persbericht rapport Projectmanagement Coevorden

Sinds 2008 beheerst de gemeente Coevorden strategische projecten steeds beter.
De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders kunnen echter hun samenspel nog verbeteren. Dit zijn de
belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar de manier waarop de gemeente Coevorden strategische projecten aanpakt.

Vooral in de periode tot 2008 ontbrak het de gemeente aan ervaring en elementaire expertise om grote opgaven op een
professionele manier aan te pakken. Dit leidde tot onnodige schade. Ten eerste was de afronding van de projecten
Nieuwbouw Gemeentehuis en Holwert-Zuid later, duurder en op onderdelen anders dan
gepland. Ten tweede, in het huidige gebrek aan keuzevrijheid in het project Holwert-Zuid,
als gevolg van eerder vastgelegde verplichtingen. Ten derde, bij het beeld van de gemeenteraad over gemeentelijke projecten.

Deze problemen in het heden hadden voorkomen kunnen worden door vanaf het begin de algemene beginselen van projectmanagement toe te passen. Ten eerste, door projecten
goed in fasen op te delen en ze zo overzichtelijk te maken. En ten tweede, door niet die fasen door elkaar te laten lopen maar door een fase compleet af te ronden en de opdrachtgevers (dat zijn de gemeenteraad of het College van Burgemeester en Wethouders) bewust te laten besluiten over de overgang naar de volgende fase.

De Rekenkamercommissie Coevorden doet in het rapport drie aanbevelingen aan de
gemeente. De aanbevelingen zijn in grote lijn dat ten eerste de gemeente haar beleid voor
projectmatig werken en de toepassing daarvan moet verbeteren. Ten tweede, dat het
samenspel tussen college en raad beter moet, zodat de raad beter kan sturen. Het college
dient bij strategische projecten de raad in zijn besluitvorming te ondersteunen door meer
kaderstellende voorstellen voor te leggen. De raad op zijn beurt moet het college meer
daarnaar vragen. Ten derde, dat de gemeente bij strategische projecten in een zo vroeg
mogelijk stadium de opgave zo overzichtelijk mogelijk moet maken.

19 september Workshop over onderzoek naar Participatiewet

Volg op 19 september een workshop over onderzoek naar de Participatiewet

Met de decentralisatie van de Participatiewet, Jeugdzorg en AWBZ per 2015 gaan gemeenten het de komende tijd druk krijgen. Dat kan ook van invloed zijn op de (controlerende) rol van gemeentelijke rekenkamers. De Algemene Rekenkamer wil bij de NVRR- bijeenkomst van 19 september over decentralisatie een workshop geven die gaat over mogelijkheden tot samenwerking met lokale rekenkamers bij een onderzoek naar de Participatiewet.

De Algemene Rekenkamer wil vóór invoering van de Participatiewet  al onderzoek doen om vast te stellen of meer mensen aan werk geholpen kunnen worden tegen lagere kosten en hoe hier lokaal en landelijk over wordt verantwoord. Dit zal leiden tot publicatie in 2014.

De samenwerking met gemeentelijke rekenkamers kan op verschillende manieren worden vormgegeven: van het uitwisselen van ervaringen tot het verrichten van gezamenlijk onderzoek. In de workshop bekijken we wat het beste past. Bij een samenwerking  denken we aan vragen als hoe gemeenten hun taken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt nu uitvoeren en op welke wijze er verantwoording aan de gemeenteraad wordt afgelegd. Voor de Algemene Rekenkamer zijn deze vragen van belang om een landelijk beeld te vormen van wat de invoering van de Participatiewet betekent voor gemeenten. Gemeentelijke rekenkamers kunnen deze samenwerking gebruiken om risico’s te signaleren rond de invoering van de Participatiewet in hun eigen gemeente.

Geïnteresseerde rekenkamers en rekenkamercommissies kunnen zich binnenkort aanmelden voor deze workshop op 19 september. Nu al meer weten, of ideeën ? Neem contact op met Koos Postma.
K.Postma@rekenkamer.nl
070-3424344

PB: Conclusies uit het rapport “Naar een noordelijke kenniseconomie”

Assen – 11 juni 2013

Bij projecten die de noordelijke kenniseconomie moeten bevorderen zijn veel partijen betrokken met een onduidelijke taakafbakening. Informatie over de prestaties van door de drie provincies gesubsidieerde stichtingen voor het aanjagen en afstemmen van projecten is beperkt. Het beslag op provinciale middelen is in de afgelopen acht jaar verdrievoudigd. De sturing van de provincies bij deze op afstand geplaatste instellingen is wisselend, maar doorgaans beperkt. Acht van de negen onderzochte kennisprojecten zijn niet binnen de geplande termijn afgerond. Projecten gericht op fundamenteel onderzoek zijn minder succesvol dan projecten op het gebied van onderwijs en technische toepassingen van kennis. Dit zijn conclusies van de Noordelijke Rekenkamer in het rapport “Naar een noordelijke kenniseconomie”.

Kenniseconomie

De provincies Drenthe, Fryslân en Groningen willen de transitie naar een kenniseconomie versnellen. Wanneer bedrijven, kennisinstellingen (universiteiten, HBO’s, onderzoeksinstituten) en overheden in clusters samenwerken kunnen werkgelegenheid en economische groei bevorderd worden, zo wordt verondersteld. Drie belangrijke kennisgebieden in het Noorden zijn: sensortechnologie, watertechnologie en energie.

Om partijen bij elkaar te brengen, projecten te ontwikkelen, de clusters te promoten (‘branding’) en subsidies te verwerven zijn clusterorganisaties opgericht. Voor sensortechnologie is dat de Stichting Sensor Universe (SSU), voor watertechnologie de Stichting Water Alliance (SWA) en voor energie de Stichting Energy Valley (SEV). De provincies geven subsidie aan deze stichtingen en aan kennisprojecten. De drie provincies hebben zelf en via het Samenwerkingsverband Noord Nederland in de periode 2003-2011 meer dan € 200 miljoen bijgedragen aan de clusterorganisaties en kennisprojecten.

De Noordelijke Rekenkamer heeft onderzocht hoe deze clusterorganisaties zijn georganiseerd en welke positie de provincies innemen ten opzichte van deze organisaties. Daarnaast heeft de Rekenkamer binnen elk cluster drie projecten bestudeerd om te bezien of de provinciale subsidies de gewenste resultaten opleveren.

Clusterorganisaties

De taakverdeling is niet duidelijk: niet alleen de clusterorganisaties maar ook andere partijen zoals de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en de provincies zelf houden zich bezig met het ‘bij elkaar brengen van partijen’ en projectontwikkeling. De provincies opereren binnen een spanningsveld tussen enerzijds afstandelijkheid ten opzichte van de gesubsidieerde clusterorganisaties en anderzijds betrokkenheid bij de activiteiten van deze organisaties. De provincies sturen met name langs informele kanalen; voor Statenleden zijn de clusterorganisaties minder transparant. Het is lastig een realistisch zicht te krijgen op de prestaties van de clusterorganisaties. De stichtingen refereren in voortgangsrapportages vooral aan successen en toekomstplannen. De kans van mislukkingen te leren wordt niet benut. Het beslag van de drie clusterorganisaties op provinciale middelen is de afgelopen acht jaar verdrievoudigd.

Projecten

Binnen elk cluster zijn drie projecten bestudeerd op het gebied van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijk onderwijs en kennistoepassing. De projecten op het gebied van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek voldoen niet aan de verwachtingen. Verder stelt de Rekenkamer vast dat het opzetten van opleidingen vele jaren kost. De studentenaantallen van opleidingen voor sensor- en watertechnologie blijven achter bij de prognoses. Toegepaste kennisprojecten blijken relatief succesvol. Acht van de negen projecten zijn niet binnen de afgesproken termijn afgerond. Werkgelegenheidseffecten blijven doorgaans ver achter bij de verwachtingen.

Reactie van de drie noordelijke provincies

De provincies stemmen in met de meeste conclusies en aanbevelingen. Zij plaatsen wel vraagtekens bij de mogelijkheid tot het sturen op resultaat in het innovatiebeleid. De provincies zeggen toe strenger te gaan toezien op de kwaliteit van externe rapportages over prestaties van de clusterorganisaties. Ook zullen de resultaten van een aantal belangrijke projecten over een langere termijn worden gevolgd.

Kapitaalgoederenbeheer door de gemeente Kollumerland c.a.

Het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen is een belangrijke taak van de gemeente Kollumerland c.a.. Het omvat het beheer en onderhoud van wegen, water, riolering, groen en gebouwen. Veel burgers hebben daar direct of indirect mee te maken. Er wordt ook een aanzienlijk deel van de personele en financiële middelen van de gemeente aan besteed en er kunnen zich aanzienlijke risico’s voordoen. Dit maatschappelijke en financiële belang was de aanleiding voor Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân om onderzoek te doen naar het kapitaalgoederenbeheer.

Kapitaalgoederenbeheer door de gemeente Dongeradeel

Het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen is een belangrijke taak van de gemeente Dongeradeel. Het omvat het beheer en onderhoud van wegen, water, riolering, groen en gebouwen. Veel burgers hebben daar direct of indirect mee te maken. Er wordt ook een aanzienlijk deel van de personele en financiële middelen van de gemeente aan besteed en er kunnen zich aanzienlijke risico’s voordoen. Dit maatschappelijke en financiële belang was de aanleiding voor Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân om onderzoek te doen naar het kapitaalgoederenbeheer.

Online kennisdelen; webinars voor lokale rekenkamers

 

Hoe effectief zijn de subsidies die gemeentes en provincies verstrekken? Welke gevolgen heeft het nieuwe DBFMO-contractbeheer? Vragen waar rekenkamers recent onderzoek naar hebben gedaan. De kennis van deze onderzoeken wil de Algemene Rekenkamer met u delen via webinars. Doet u mee?

Samenwerking lokale rekenkamers en AR

De NVRR en de Algemene Rekenkamer organiseren alweer de vijfde  bijeenkomst voor lokale en provinciale rekenkamers die willen samenwerken en/of kennis willen uitwisselen met elkaar en met de Algemene Rekenkamer.
Dit is een vervolg op eerdere bijeenkomsten waarin we concrete plannen maakten voor intensievere informatie-uitwisseling en samenwerking in het onderzoek. En deze plannen ook uitvoerden: denk bijvoorbeeld  aan de handreiking re-integratie, de overdracht van het waddenfonds,  het CJG onderzoek en verschillende klankbordbijeenkomsten.

Tijdens de werkbijeenkomst op 19 september willen we het thema decentralisatie centraal stellen alsmede de  meerwaarde van samenwerken op dit terrein. Denk daarbij bijvoorbeeld aan  onderwerpen als: de inrichting van de publieke verantwoording bij regionale bestuursmodellen, de positie van gemeenteraden en rekenkamers/rekenkamercommissies in relatie tot gemeenschappelijke regelingen, het creëren van synergie tussen het systeemniveau (rol Algemene Rekenkamer) en het beleids- en uitvoerend niveau van publieke taakbehartiging.

Graag komen we in contact met mensen die een speeddate of workshop zouden willen verzorgen, of die een idee rond dit thema naar voren willen brengen.

19 september 2013, 10.15 uur tot 14.30 uur, Lange Voorhout 8 te Den Haag.

Informatie bij Gerrit Hagelstein: 06 – 55 12 12 81 gerrit.hagelstein@ede.nl of  Diny van Est: 070-3424185 of d.vanest@rekenkamer.nl.

Oproep inzenden rapporten voor de Goudvink 2013

Eind 2013 wordt de nieuwe Goudvink uitgereikt voor het beste rekenkamerrapport. De NVRR Goudvink 2013 wordt op vrijdag 22 november 2013 tijdens een NVRR mini-congres uitgereikt door de voorzitter van de jury Ferd Crone.  De NVRR roept alle gemeentelijke, provinciale en landelijke rekenkamers, rekenkamercommissies en commissies beleidsevaluatie op om weer mee te dingen naar deze prijs.

De NVRR roept alle rekenkamers en rekenkamercommissies van de provincies, de gemeenten en de waterschappen, alsmede de landelijke rekenkamer en commissies van beleidsevaluatie op weer mee te dingen naar deze prijs.

Nieuwe opzet

In 2011 heeft het bestuur van de NVRR, op basis van een evaluatie van de Goudvink 2010, besloten  de toekenning van de Goudvink anders te gaan invullen. Aanleiding daartoe was  de toenemende kritiek van rekenkamer(commissie)s op de wijze van beoordelen. Eind 2012 heeft de ingestelde commissie Goudvink een voorstel gepresenteerd aan de leden van de NVRR hoe in de toekomst de inzendingen voor deze unieke prijs te boordelen.

Doorwerking

Het doel van de prijs is om rekenkamers te stimuleren en te inspireren om de doorwerking van hun onderzoek te vergroten. De NVRR vindt het belangrijk dat een onderzoek verschil maakt, dat het doorwerkt en effect heeft. Met de prijs willen we daarom rapporten en daaraan gekoppelde alternatieve producten of activiteiten waarderen die naar verwachting doorwerking zullen hebben (of al bewezen doorwerking hebben gehad). De ingezonden rapporten mogen dateren uit het jaar waarin de prijs wordt uitgereikt minus (maximaal) twee jaren. Uiteraard moeten de onderzoeksrapporten voldoen aan de basiskwaliteiten van een rapport.

Om de doorwerking van een onderzoek te beoordelen, dient u twee open vragen te beantwoorden en waar mogelijk te onderbouwen met stukken:

  • Wat heeft de rekenkamer(commissie) gedaan om de doorwerking van het onderzoek te bevorderen?
  • Waaruit blijkt de doorwerking?
  • Daarnaast vindt de NVRR het belangrijk dat expliciet blijkt wat de sterke punten van het rapport zijn.

Per organisatie kan slechts één rapport per jaar meedingen. Ook onderzoeken die onder verantwoordelijkheid van een rekenkamer(commissie) door derden zijn uitgevoerd kunnen meedingen.

Graag ontvangt de Goudvinkorganisatie uiterlijk vrijdag 31 mei 2013  drie papieren exemplaren van het rapport en een digitaal exemplaar.

Deze kunnen gestuurd worden aan:

NVRR
Postbus 1058
3860 BB NIJKERK
info@nvrr.nl

Om de inzendingen voor de nieuwe Goudvink te kunnen beoordelen zijn we nog steeds op zoek naar beoordelaars.

Taak van de beoordelaars is het beoordelen van ingezonden rapporten volgens een vast beoordelingsschema. Anders dan voorheen zal specifiek gekeken worden naar Doorwerking van de ingediende rapporten en de opvallende sterke punten uit het rapport.

De rapporten worden in koppels beoordeeld. Daarnaast zijn er twee bijeenkomsten: in mei ter voorbereiding van de beoordelingsronde en eind augustus om de beoordelingen te bespreken. Het doel van de beoordelaars is te komen tot twee shortlists van rapporten waaruit de jury met jury voorzitter Ferd Crone (voorzitter), een winnaar van de Goudvink zal kiezen. In totaal gaat het om gemiddeld 5 dagen tijdsbesteding.

Wil je nog meer weten over het beoordelen of wil je meedoen dan kun je je aanmelden bij het secretariaat van de NVRR, info@nvrr.nl telefoon 033-2473435 t.a.v. Caroline Loomans verenigingsmanager.