Skip to main content

Auteur: NVRR Secretariaat

Zuid-Holland lijkt eigen doel voor duurzaam inkopen te realiseren

Zuid-Holland lijkt eigen doel voor duurzaam inkopen te realiseren

Amsterdam, 11 april 2012 – Duurzaam inkopen en aanbesteden

Duurzaamheid is een belangrijk aandachtspunt voor overheden in hun beleid voor inkopen en aanbesteden. Ook bij de provincie Zuid-Holland, die met het Rijk heeft afgesproken om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Ook voor 2011 is al een score van 100% als doel gesteld. Dat geldt voor 52 productcategorieën, waarvoor Agentschap NL criteria heeft opgesteld. Zuid-Holland bereikt volgens de Monitor Duurzaam Inkopen 2010 een score van 100%. In de praktijk worden de criteria van Agentschap NL echter niet altijd, of niet volledig, in de aanbestedingsdocumenten opgenomen. Dit blijkt uit het rapport ‘Duurzaam inkopen en aanbesteden’ van de Randstedelijke Rekenkamer.

Borging organisatie risico voor doelbereiking
De provincie Zuid-Holland heeft zich ten doel gesteld om in 2011 100% duurzaam in te kopen. Het voeren van een duurzaam inkoop- en aanbestedingsbeleid is verankerd in het huidige coalitieakkoord. De inkooporganisatie is redelijk goed op orde, maar in het inkoopproces is onvoldoende geborgd dat de minimumeisen daadwerkelijk worden opgenomen. Ook ontbreekt een volledig overzicht van alle inkopen. De provincie werkt aan enkele organisatorische verbeteringen, die ten goede komen aan het resultaat op duurzaam inkopen.

Beleid, organisatie en uitvoering
Zuid-Holland heeft het voeren van een duurzaam inkoop- en aanbestedingsbeleid verankerd in beleidsdocumenten en het coalitieakkoord. Duurzaamheideisen (criteria van Agentschap NL) worden echter niet altijd, of niet volledig, opgenomen in de aanbestedingsdocumenten. De provincie heeft voor de Monitor Duurzaam Inkopen op basis van een steekproef alleen gerapporteerd over de Europese aanbestedingen. Verbetering is in gang gezet. Door de invoering in 2012 van een workflowsystematiek en digitaal contractbeheer zal beter gestuurd kunnen worden op de daadwerkelijke opname van duurzaamheideisen bij inkoop en aanbesteding.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport “Duurzaam inkopen en aanbesteden” is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl.

Begrotingsdoelen Flevoland beperkt controleerbaar

Amsterdam, 4 april 2012 – Beoordeling begroting 2012 provincie Flevoland

De provincie Flevoland geeft in de begroting 2012 weinig concreet aan wat de provincie wil bereiken. De doelen zijn nauwelijks specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdgebonden (SMART) geformuleerd. Gedeputeerde Staten streven naar verbetering, dat als een leerproces in gang gezet is. Doordat de doelen niet SMART zijn geformuleerd, is een controle op de verantwoording over de uiteindelijk bereikte resultaten in 2012 beperkt mogelijk. PS kunnen op basis van de begroting 2012 nog onvoldoende sturen, monitoren en controleren.

Onduidelijk
De begrotingsdoelen zijn uitgewerkt in een inzichtelijke vaste structuur. Maar er bestaat onduidelijkheid over wat precies bereikt moet worden. Zo is bijvoorbeeld bij ‘openbaar vervoer’ als doel vermeld ‘een sluitend, efficiënt en veilig netwerk van busdiensten’. Het klinkt veelbelovend en niemand kan het hiermee oneens zijn. Maar wat betekent ‘sluitend’? Dat elk dorp in de provincie bereikbaar is per bus of dat de trein en diverse buslijnen op elkaar aansluiten? En gaat het bij een ‘veilig netwerk’ bijvoorbeeld om het veiligheidsgevoel op busstations? Om achteraf te kunnen controleren of dit doel op het gebied van openbaar vervoer is bereikt, is het noodzakelijk om vooraf vast te stellen wat ‘een sluitend, efficiënt en veilig netwerk’ is.

Lastig sturen
Naast de conclusie dat de doelen in de begroting onvoldoende SMART zijn, is er in de begroting geen aandacht voor effect- en prestatie-indicatoren. Met betrekking tot het doel ‘integrale gebiedsontwikkeling’ wil de provincie bijvoorbeeld een multiplier effect zien op haar investeren. Er wordt daarbij niet aangegeven hoe groot het beoogde multiplier effect is of op hoeveel projecten een multiplier effect wordt nagestreefd (aantal projecten).
Ook is de samenhang tussen de programmabegroting en de zogenoemde productenraming is onvoldoende inzichtelijk voor PS. PS stellen voor sommige programma’s nauwelijks beleidsmatige kaders. De afweging van GS om doelen in de begroting of alleen in de productenraming op te nemen is vooraf onvoldoende inzichtelijk gemaakt.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport ‘Beoordeling doelstellingen begroting 2012 – Provincie Flevoland’ is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl

Slecht zicht op kinderen die onverantwoord lang wachten op jeugdzorg

13 maart 2012 – (On)verantwoord wachten op jeugdzorg
Op 1 juli 2011 wachtten bijna 2.974 kinderen langer dan negen weken op de jeugdzorg die voor hen nodig is. Dat langer wachten mag als een Bureau Jeugdzorg vaststelt dat het verantwoord is. Het is echter onduidelijk hoeveel kinderen (on)verantwoord wachten. De rapportages daarover geven te weinig informatie over omvang en ernst van de wachtlijstproblematiek. Het gevolg is dat de politiek onvoldoende geïnformeerd wordt over kinderen die onverantwoord wachten op jeugdzorg. Dit schrijven de Randstedelijke Rekenkamer, de Rekenkamer Amsterdam, de Rekenkamer Den Haag en de Rekenkamer Oost-Nederland in hun gezamenlijke rapport: (On)verantwoord wachten op jeugdzorg.

Achtergrond
Afspraken provincies, stadregio’s en Rijk
De provincies en de stadsregio’s hebben met de voormalig minister voor Jeugd en Gezin afspraken gemaakt over jeugdzorg. Zij zijn overeengekomen dat aan alle kinderen de zorg wordt geboden die nodig is, waarbij:
• aan kinderen bij wie de veiligheid in het geding is en kinderen in crisissituaties direct de geïndiceerde zorg wordt geboden;
• de inzet is dat kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan als dat volgens Bureau Jeugdzorg voor de betreffende jongere inhoudelijk verantwoord is.
Jaarlijks rapporteren de provincies (red. en de stadsregio’s) uiterlijk op 1 oktober aan de minister voor Jeugd en Gezin (red. nu: VWS).
Bron: Afsprakenkader over aanpak jeugdzorg 2010-2011, november 2009

Rapportages geven onvolledig beeld
Van de 2.974 kinderen die langer dan negen weken wachtten op jeugdzorg zijn er 1.583 die al een vorm van jeugdzorg ontvingen, maar deze zorg is niet de volledige of juiste zorg in het licht van de door Bureau Jeugdzorg geïndiceerde zorg. Over deze kinderen wordt niet gerapporteerd of het onverantwoord is dat zij zo lang moeten wachten. Het gaat hier bijvoorbeeld om kinderen die lang wachten op opname in een instelling en in afwachting daarvan twee keer in de week een gesprek hebben met een jeugdzorgbegeleider.

Vaststelling onverantwoord wachten zeer beperkt
Van de 2.974 kinderen die langer dan negen weken wachtten op jeugdzorg zijn er 1.391 die nog geen enkele vorm van jeugdzorg ontvingen. Bij zes kinderen is vastgesteld dat zij onverantwoord lang wachtten op jeugdzorg. De overige 1.385 kinderen zouden verantwoord langer dan negen weken wachtten. Dit komt doordat er in de meeste provincies en stadsregio’s vanuit is gegaan dat kinderen alleen onverantwoord wachten wanneer de veiligheid in het geding is of er sprake is van een crisissituatie. In de afspraken met het Rijk is echter een expliciet onderscheid gemaakt tussen deze kinderen die direct zorg nodig hebben en kinderen waarvoor het (om andere redenen) onverantwoord is om langer dan negen weken te wachten.

Aanbevelingen
De rekenkamers doen twee aanbevelingen aan de provincies en het Rijk gezamenlijk. De opvolging van deze aanbevelingen moet er voor zorgen dat (a) er geen groepen kinderen buiten beeld raken en (b) er een beter inzicht komt in de aard en ernst van de problematiek van de kinderen die op de wachtlijst voor jeugdzorg staan.

Voor meer informatie kunt u voor stadsregio Amsterdam contact opnemen met de Rekenkamer Amsterdam
(de heer F. Bongaerts of mevrouw Y. Huizinga, tel: 020-5522897, e-mail info@rekenkamer.amsterdam.nl),
voor de provincies Gelderland en Overijssel met de Rekenkamer Oost-Nederland (de heer C. Bruggink,
tel: 0570-665800, e-mail info@rekenkameroost.nl) en voor de overige provincies en stadsregio’s met de Randstedelijke Rekenkamer (de heer A. Wiggers, tel: 020-5818585, e-mail info@randstedelijke-rekenkamer.nl).

Masterclass Rekenkamer – vervolg

Politiek-bestuurlijk samenspel van Rekenkamer en Raad: van spagaat naar verbinding

Begin februari verzorgden Peter Castenmiller en Klaartje Peters onder deze titel een masterclass voor een aantal bestuursleden en secretarissen van rekenkamercommissies en eveneens voor enkele raads- en statenleden. De aanwezigen hebben de bijeenkomst als een zeer nuttige en prettige bijeenkomst ervaren om zich snel en gedegen te kunnen verdiepen in de gewenste positionering en de opgaven van rekenkamers.

Omdat de masterclass in een behoefte voorziet, volgt 21 mei een nieuwe bijeenkomst. De locatie zal in de volgende nieuwsbrief van de NVRR bekend worden gemaakt.

Lees meer…

Het programma bestaat uit inleidingen van Klaartje Peters en Peter Castenmiller. Na deze inleidingen gaan we in gesprek met de aanwezigen over oude en nieuwe werkwijzen die het samenspel tussen Rekenkamer en Raad kunnen versterken.

Meer informatie treft u aan op de site van de Campus Den Haag van de Rijksuniversiteit Leiden: http://www.campusdenhaag.nl/cpl/actueel/masterclass-lokale-rekenkamers.html

Provincie Noord-Holland onderkende financieel struikelblok Wieringerrandmeer veel te laat

Amsterdam, 31 januari 2012 – Eind 2010 besloot de provincie het gebiedsontwikkelingsproject Wieringerrandmeer af te blazen. Bij het realiseren van het project zouden eerst veel kosten gemaakt worden, voordat er opbrengsten zouden binnenkomen. Hierdoor zou tijdelijk geld geleend moeten worden. Al in 2006 wist de provincie Noord-Holland dit. Om welk bedrag het precies ging, is pas medio 2010 berekend. Dit bleek zo’n € 140 miljoen te zijn. Banken wilden dit bedrag alleen verstrekken als terugbetaling gegarandeerd werd. Zowel de provincie, als de andere deelnemende partijen waren hiertoe niet bereid. Vervolgens zochten Gedeputeerde Staten nauwelijks nog naar oplossingen en gooiden de handdoek in de ring. Gedeputeerde Staten kozen daarbij voor een snelle, maar dure afwikkeling.

Het Wieringerrandmeer
Met de aanleg van een randmeer ten zuiden van het voormalige eiland Wieringen wilde de provincie de ruimtelijke kwaliteit van de Kop van Noord-Holland versterken. Na jarenlange voorbereidingen beëindigde de provincie dit project in november 2010. Het project heeft de provincie circa € 28 miljoen gekost. Op verzoek van Provinciale Staten heeft de Randstedelijke Rekenkamer het besluitvormingsproces in de periode 2004-2011 geëvalueerd.

Financiële problemen
In 2008 was er reeds overeenstemming over hoeveel het project moest gaan kosten en welke partij welk aandeel zou betalen. Hoewel de provincie er al in 2006 op gewezen is, werd pas in 2010 besproken wie ervoor zorg zou dragen dat er tussentijds voldoende geld zou zijn om de rekeningen te betalen. Doordat de kosten voor de aanleg van het meer eerder gemaakt zouden worden dan dat er opbrengsten uit de huizenverkoop zouden binnenkomen, zou er tijdelijk zo’n € 140 miljoen geleend moeten worden. Banken vroegen hiervoor een garantstelling van (één van de) partijen. Gedeputeerde Staten waren hiertoe niet bereid. In plaats van naar oplossingen te zoeken, door bijvoorbeeld het project anders te plannen, beëindigden Gedeputeerde Staten in november 2010 het project. Zij kozen daarbij voor een snelle, maar dure afwikkeling. Met een minder eenvoudige afwikkeling had de provincie € 3,7 miljoen en wellicht zelfs € 10 miljoen kunnen besparen. Gedeputeerde Staten hebben deze optie niet besproken met Provinciale Staten.

Over de Randstedelijke Rekenkamer
De Randstedelijke Rekenkamer doet onafhankelijk onderzoek naar de doelmatigheid (doen ze de dingen goed?), doeltreffendheid (doen ze de goede dingen?) en rechtmatigheid (doen ze het volgens de regels?) van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. De missie van de Rekenkamer is het verbeteren van het functioneren van het bestuur van deze provincies en het versterken van de publieke verantwoording.

Het rapport ‘Wieringerrandmeer gestrand’ is vanaf vandaag te vinden op de website www.randstedelijke-rekenkamer.nl. Op 13 februari 2012 zal het rapport worden behandeld in de Statencommissie Ruimte en Milieu van de provincie Noord-Holland.

________________________________________
Noot voor de redactie, niet voor publicatie: voor meer informatie of toezending van het onderzoeksrapport kunt u per e-mail contact opnemen met de Randstedelijke Rekenkamer, info@randstedelijke-rekenkamer.nl.

Doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente Kollumerland c.a.

De Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân heeft onderzoek verricht naar het subsidiebeleid in de gemeente Kollumerland c.a.. Partners+Pröpper heeft dit onderzoek onder aansturing van de Rekenkamercommissie uitgevoerd. Met dit onderzoek wil de
Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad inzicht geven in de prestaties van gesubsidieerde organisaties om uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente.

Resultaten “De Drie Vragen” over intercollegiaal contact (2011)

In november 2011 heeft de Commissie Kwaliteitszorg in het kader van “De Drie Vragen” weer een korte enquête uitgezet onder de leden van de NVRR. Deze keer om na te gaan hoe de leden denken over intercollegiale contacten. De respons was groot deze keer, 148 leden hebben de enquête ingevuld, oftewel 62% van de leden.

De vormen van intercollegiaal contact waar de meeste respondenten behoefte aan
hebben zijn themabijeenkomsten en workshops (80%), netwerkbijeenkomsten (68%) en de Kringen van de NVRR (52%).

Doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente Dantumadiel

Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân heeft onderzoek laten verrichten naar het subsidiebeleid in de gemeente Dantumadiel. Met dit onderzoek wil de Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad inzicht geven in de prestaties van gesubsidieerde organisaties om uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het subsidiebeleid van de gemeente.